NSB’ers na WOII naar Nieuw-Guinea

Wilhelmina in Londen In Londen wordt in het begin van de oorlog door koningin Wilhelmina en door de illegale krant Het Parool gepleit om NSB’ers als groep naar Borneo, Suriname of Nieuw-Guinea te deporteren om daar dwangarbeid te verrichten. Dat inzicht verandert enigszins tegen het einde van WOII. Minister Jaap Burger (een Engelandvaarder op Binnenlandse Zaken) pleit op 29 januari 1944 voor het detineren van landverraders in afwachting van hun berechting. Gerbrandy in Londen Een jaar later, in januari 1945, leidt een conflict met premier Pieter Gerbrandy over de berechting van de ‘foute’ Nederlanders tot Burgers aftreden. Bijna 200.000 Nederlanders worden direct na de bevrijding in interneringskampen en gevangenissen opgesloten en daarna berecht. Zo’n 250 zogeheten ‘tribunaal-gevallen’ krijgen een herkansing op Nieuw-Guinea. Daar moeten ze tegen betaling achtergebleven Amerikaanse bases ontmantelen en allerlei oorlogstuig opruimen. Een verhaal dat vrijwel onbekend is gebleven.

Inhoud:

  1. Collaborateurs naar interneringskampen
  2. Werven onder ‘tribunaal–gevallen’
  3. Het vertrek van eerste 119 man
  4. In Port Said is alles te koop
  5. Niet naar Hollandia, maar naar Biak
  6. Delinquent gaat over de schreef
  7. Tweede en derde groep naar Nieuw-Guinea
  8. NSB’ers in Nederlands-Indië
  9. Links
  10. Bronnen

1. Collaborateurs naar interneringskampen

interneringskamp Amersfoort 1945Tijdens en kort na het einde van WO-II worden vermeende collaborateurs opgepakt en overgebracht naar onder meer Vught, Westerbork en Scheveningen. Op het militaire schietterrein ‘De Harskamp’ op de Veluwe is een speciaal kamp ingericht voor zo’n 4000 Nederlanders die bij verschillende SS-onderdelen hebben gediend. Volgens dr. Loe de Jong van het NIOD ligt het aantal kampen halverwege 1945 op meer dan 200, waarvan er eind 1945 nog zo'n 130 over zijn. Mede om de toestand van willekeur en wetteloosheid tot een minimum te reduceren stelt de Nederlandse regering in Londen speciale gerechtshoven in om Nederlanders, die ervan verdacht worden de bezetter van dienst te zijn geweest, te berechten. ‘Lichte gevallen’ krijgen al snel hun vrijheid terug door de royale politiek van gratieverlening. Vijf jaar na de bevrijding zijn er bijna 140.000 mensen na hun voorarrest vrijgelaten en zijn er 66.000 veroordeeld. Geschat wordt dat zo'n 15.000 tot 20.000 mensen tijdelijk hun Nederlanderschap hebben verloren.

2. Werven onder ‘tribunaal–gevallen’

geïnterneerden in kamp HarskampIn februari 1947 stelt het ministerie van Overzeese Gebiedsdelen een plan op om politieke delinquenten naar Nieuw-Guinea te sturen. Men wil een groep van maximaal 200 kampbewoners werven onder de ‘tribunaal-gevallen’. Wie meegaat, komt voorwaardelijk vrij, krijgt een redelijke vergoeding en ontkomt aan de verschrikkingen in de kampen. Veel NSB’ers wantrouwen dit aanbod, want zij zijn er aan gewend dat afspraken en toezeggingen niet worden nagekomen. Na een uitvoerige medische keuring en selectie op fysieke gesteldheid blijft een groep van 119 man over, onder wie een arts. Zij worden 119 man gaan naar Fort Honswijk in Fort Honswijk bij Tull en ’t Waal (Utrecht) ondergebracht. De Stichting Toezicht Politieke Delinquenten (STPD) chartert eind april een vrachtschip van de Stoomvaart Maatschappij Nederland en een maand later vertrekt de groep onder politiebegeleiding in bussen naar de haven in Amsterdam. Luid applaus klinkt er als de voorwaardelijke invrijheidstellingen uitgedeeld worden. Secretaris J.C. Woestenburg van de STPD heeft de leiding over het gezelschap en er reizen voor de veiligheid enkele militairen mee. De delinquenten mogen in de aanloophavens niet van boord en krijgen niet meer dan één fles bier per dag.

3. Het vertrek van de eerste 119 man

wrak van achtergelaten Japanse truckOp 28 april 1947 vertrekt de ‘Tarakan’ met 119 politieke delinquenten naar Nieuw-Guinea. Aan boord bevinden zich voormalige NSB'ers, Landwachters, Waffen-SS'ers en andere collaborateurs. Deze ‘foute’ Nederlanders hebben een contract getekend om in de Nederlandse kolonie oorlogsmaterieel op te ruimen. De materiële verliezen van de Amerikanen in Zuidoost-Azië waren veel minder groot dan verwacht. Zo zijn in 1945 grote opslagplaatsen achtergelaten van vliegtuigen, voertuigen, onderdelen, kleding en voedsel. Ook in Nieuw-Guinea zijn motorcadavers liggen op Biak opgeslagenveel militaire spullen aanwezig. Bij Hollandia en op Biak zijn tijdens de oorlog grote geallieerde bases aangelegd. De Amerikanen bieden de Nederlanders deze erfenis voor een vriendenprijsje aan. Die wordt dankbaar aanvaard, want in de koloniën is gebrek aan alles en Nederland kan de militaire spullen goed gebruiken voor de koloniale oorlog. Aanvankelijk moeten Japanse krijgsgevangenen de zaken sorteren, maar toen die in de loop van 1946 op geallieerd bevel naar huis worden gestuurd ontstaat er een tekort aan geschikte werkkrachten.

4. In Port Said is alles te koop

van alles wordt in Port Said te koop aangebodenDe verveling aan boord slaat onderweg toe. Een welkome afwisseling vormt de Egyptische havenplaats Port Said aan de monding van het 163 kilometer lange Suezkanaal, dat de Middellandse Zee en de Rode Zee met elkaar verbindt. De mannen kijken hun ogen uit als de handelaren aan boord klimmen. Die schijnen alles te koop aan te bieden. Zij wisselen geld, brengen drank aan boord en verkopen pornografische foto’s en drugs. Kort daarop stoomt de ‘Tarakan’ door het Suezkanaal.  Er klinkt donderend gejuich als de ‘Johan de Witt’ voorbijvaart met een troepentransport aan boord. “Zouden zij weten dat wij NSB'ers zijn? Of zien zij onze kaki-figuren voor troepen aan?”, schrijft een gevangene. De groep probeert zich zo goed mogelijk met spelletjes en Engelse les door de verveling heen te slaan. Een pijnlijk moment is de viering van het Neptunusfeest bij het passeren van de evenaar. De bemanning, bewaking en enkele andere passagiers weigeren dat samen met NSB’ers vieren.

5. Niet naar Hollandia, maar naar Biak

bevolking gebruikte golfplaten voor woningen in Kloofkamp HollandiaOp 28 juni arriveert de ‘Tarakan’ in de haven Tandjong Priok in het noorden van Batavia (het huidige Jakarta), waar een stroeve ontvangst volgt. Een koloniale krant schrijft: “Men wenst deze mensen natuurlijk in Hollandia, temidden van fatsoenlijke burgers, niet die bewegingsvrijheid te geven, die men hun aanvankelijk heeft toegedacht.” Woestenburg ondervindt dat de voorlichting uit Nederland uiterst gebrekkig is geweest en tussen hem en de procureur-generaal ontstaat onenigheid. Er worden grote moeilijkheden voorzien met de Nederlandse gemeenschap in Hollandia. Men besluit uit te wijken naar het eiland Biak, waar ook een Amerikaanse basis op ontmanteling ligt te wachten. Als de werklustige delinquenten zich daar ontschepen, wrijven ze zich de ogen uit. Er zijn geen voorbereidingen getroffen en er is geen geschikt onderkomen. De nieuwkomers krijgen twee ongunstig gelegen barakken, die hebben dienstgedaan als huisvesting voor Japanse krijgsgevangenen. Het is een tegenvaller voor de groep. Maar die weet zich snel aan te passen, ondanks de onophoudelijke tropische regens.

6. Delinquent gaat over de schreef

het gevecht gaat om Papua-vrouw uit Biak Veel op Biak aanwezige militairen hebben wel wat moeite met de komst van de NSB'ers. Een misleidend radiobericht uit Nederland dat de politieke deliquenten 200 gulden per maand zouden verdienen, valt slecht. Een NSB’er krijgt in Nieuw-Guinea 30 gulden zakgeld per maand, plus kost, inwoning, kleding en medische verzorging. Daarnaast krijgt de familie in Nederland een uitkering. Eind januari 1948 ontstaat onrust als een delinquent over de schreef gaat. Hij heeft zijn oog op een Papuavrouw laten vallen en probeert met haar “een der facetten van het huwelijk bedrieglijk na te bootsen”, aldus een rapport. De man raakt zwaar gewond door een klap met een parang (kapmes) van een familielid dat de eer van de vrouw verdedigt. De militaire commandant op Biak stelt een avondklok in. De dader wordt met enkele andere oproerkraaiers terug naar Nederland gestuurd. Na de instelling van een strafploeg keert de tucht terug. De leden daarvan moeten ‘koeliewerk’ verrichten, zoals drillen met een pneumatische hamer en geulen graven voor de afwatering. Eén NSB’er slaat de hand aan zichzelf. Zijn makkers begraven hem op de Europese begraafplaats van Biak.

7. Tweede en derde groep naar Nieuw-Guinea

gedumpte vliegtuigen in Biak In het voorjaar van 1948 gaat een tweede groep van 99 man naar Hollandia. Die arriveert in april 1948 en wordt ingezet bij de liquidatie van Amerikaanse bases. De groep stuit meteen op de onverzoenlijke houding van de Europese gemeenschap. In allerijl beleggen de geschrokken burgers een vergadering over de vraag hoe ze zich tegenover de NSB'ers moesten opstellen. Met overgrote meerderheid wordt besloten dat zij niet in de gemeenschap mogen worden opgenomen. Ook met kleine pesterijen probeert men zich van zijn beste ‘vaderlandse’ zijde te tonen. De positie van de NSB'ers varieerde van directeur van de Gouvernements Werf Hollandia tot sjouwer in de haven. Het was in die jaren een zeer gevarieerd gezelschap dat de legergoederen moest ordenen. Grondverzetmachines, rollend materieel, buizen, kabels en wat dies meer zij werden naar Java verscheept en van daar uit gedistribueerd over andere gebieden waar het materieel werd ingezet voor de wederopbouw van Nederlands Indië.
In juli komt nog een derde, kleinere groep van 29 delinquenten naar Nieuw-Guinea. De meeste mannen keren in de loop van 1949 terug naar huis, met een
getuigschrift en meestal met behoorlijk wat gespaard geld. Van de in totaal 247 ex-gevangenen blijven er zo'n 33 in Nieuw-Guinea. De STPD rapporteert dat de geleverde werkprestaties 'ruimschoots tot tevredenheid’, strekken. De stichting heft zich in 1951 op en het archief van de stichting wordt gedeponeerd bij het ministerie van Justitie.

8. Indische NSB’ers naar Suriname

het kamp in Jodensavanna aan de SurinamerivierDe Indische NSB-afdeling is in eerste instantie een groep mensen die Nederlands Indië als kolonie voor Nederland wil behouden en telt in 1937 zo’n 5000 leden. Er zijn vele Indo’s lid. De afdeling verliest eind jaren dertig veel leden als duidelijker wordt dat de NSB zich richt op raszuiverheid. In april 1940 wordt vanuit Nederland de opdracht gegeven om Duitsers, Oostenrijkers en Nederlandse NSB’ers te interneren. Meer dan 2500 mensen, van wie 500 Nederlanders, worden opgepakt wegens veronderstelde Duitse sympathieën. Een divers gezelschap van 146 (‘meest staatsgevaarlijke’) NSB’ers, wordt in januari 1942 met de ‘Tjisedane’, een motorschip van de Java-China-Japan Lijn, naar Suriname vervoerd. De mannen komen na een verblijf in Fort Zeelandia terecht in Jodensavanne, een tot concentratiekamp omgebouwde, vervallen plantage aan de Surinamerivier. De behandeling is er zeer slecht. Op 15 juli 1946 keren er 138 mannen terug naar de bewoonde wereld in Nederland. De NSB’ers (en ook hun kinderen) staan er helemaal alleen voor. Velen van hen zijn onterecht van NSB-activiteiten en/of contacten beschuldigd. Voor hen komt er geen eerherstel; de zaak blijft vrijwel geheel buiten de publiciteit.

9. Links:

- Op deze website is ook een themapagina te vinden over de Tweede Wereldoorlog in Nieuw-Guinea.
- De Indische roots van Geert Wilders staan beschreven in Wreker van zijn Indische grootouders, een artikel van Lizzy van Leeuwen over onder meer de Indische NSB in de Groene Amsterdammer
- Geschiedenis Andere tijden:
Behandeling ‘foute’ Nederlanders na de oorlog
- Het artikel Biak, asfalt en golfijzer uit "Wapenbroeders" 4 augustus 1949  

10. Bronnen:

- Artikel Gerard Groeneveld in de Volkskrant van 1 juli 2000
- Peter Romijn, Snel, streng en rechtvaardig, Politiek beleid inzake de bestraffing en reclassering van ‘foute’ Nederlanders 1945-1955 Amsterdam: Olympus, 2002, 2e druk.
- Prof. mr. A.D. Belinfante,
In plaats van bijltjesdag. De geschiedenis van de bijzondere rechtspleging na de Tweede Wereldoorlog (Assen 1978).
- Koos Groen, Landverraad. De berechting van collaborateurs in Nederland (Weesp 1984).
- Dr. L. de Jong, Het koninkrijk de Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog XII Epiloog (Den Haag en Amsterdam 1995).
- Ingenieurs-Bureau Ingenegeren-Vrijburg, Holland in Hollandia, Een overzicht van de verkoop van achtergelaten legergoederen. (Wageningen, 1948)
- Commentaar en advies: David Barnouw NIOD