Het bewerken van ijzer in Nieuw-Guinea

 

smit met blaasbalg aan het werkHet voormalig Nederlands Nieuw-Guinea, de huidige Indonesische provincie’s Papua en West-Papua, wordt in de beeldvorming van voor de Tweede Wereldoorlog geassocieerd met het zogeheten Stenen Tijdperk. Afgezien van de vraag of dit een bruikbaar begrip is, zijn er tenminste twee redenen om dit beeld te nuanceren. In de eerste plaats worden ijzeren gebruiksvoorwerpen al na vroege contacten met Europese schepen geïntroduceerd.In de tweede plaats omdat smidse op Biakin het noordwesten van Papua van oudsher ijzeren gereedschappen en wapens worden vervaardigd door lokale smeden. Reeds lange tijd is het maken van ijzeren voorwerpen een belangrijk onderdeel van de culturen van de bewoners van een kustgebieden en eilanden in Noordwest Papua. Met name op het eiland Biak en in het gebied van de Dorébaai – noordwestelijk deel van de Geelvinkbaai – ontwikkelen zich groepen smeden die in contact stonden met de bovennatuurlijke wereld. Dit gebied is het enige deel van Nieuw-Guinea waar van ijzeren wapens en gereedschappen werden vervaardigd.  

Gebieden met ijzerbewerkingInhoud
1. De komst van de smeedkunst
2. De herkomst van het ijzer
3. De kunst van het smeden
4. Het gebruik van de blaasbalg
5. Smeden Biak gaan op pad
6. De rol van ijzer in de Papuacultuur

7. Links
8. Bronnen 

1. De komst van de smeedkunst
dorpssmid met achter zich beschilderde blaasbalgDe ijzersmeedkunst heeft Nieuw-Guinea vermoedelijk in het midden van de 19de eeuw bereikt via het sultanaat Tidore waar tussen 1450 en 1500 de islam is geïntroduceerd. Uit die tijd stamt vermoedelijk ook de karakteristieke blaasbalg waarmee het houtskoolvuur kan worden aangewakkerd. De islamitische connectie verklaart het taboe op het eten van varkensvlees bij de smeden in Papua. Handelscontacten met de bewoners van de Molukken zorgen ervoor dat Papua voorzien wordt van ijzer. De eerste schriftelijke berichten over de import van ijzer dateren uit het midden van de 18e eeuw. Uit de 19e eeuw zijn rapporten bekend waarin sprake is van handelaren uit Tidore, die met ijzeren kapmessen, bijlen, messen en staven naar de Geelvinkbaai kwamen. Dergelijke ijzeren voorwerpen worden geruild voor schildpaddekschilden, paradijsvogels, zeekomkommers en massooibast. De introductie van ijzeren gereedschap betekent vooral voor mannen een grote tijdbesparing.  

2. Herkomst van het ijzer
kapmesVermoed wordt dat sommige geïmporteerde ijzeren kapmessen door Tidorese smeden zijn vervaardigd van oud ijzer dat oorspronkelijk afkomstig is uit China. Voor zover bekend worden door smeden van Tidore en de Molukken geen messen en bijlen gemaakt. De messen, bijlen en ijzeren staven die in de 19e eeuw in Papua worden geïmporteerd, zijn uit Europa afkomstig. Deze staven worden door de smeden in Papua omgesmeed tot speer- en harpoenpunten. Ookbewerkt Amerikaans ijzer worden geïmporteerde kapmessen door de Papua smeden opnieuw bewerkt zodat zij harder werden. Op Biak is de prijs die voor dergelijke bewerkte kapmessen aan het begin van de 20ste eeuw wordt betaald het tweevoudige van de door Chinese handelaren geïmporteerde exemplaren. Kort na de Tweede Wereldoorlog gebruiken smeden van Biak ook ijzer afkomstig van afgedankt Amerikaans legermateriaal. Zo treft men kapmessen aan gemaakt van veren van oude trucks.

3. De kunst van het smeden
gebruik blaasbalgDe kunst van het smeden is omgeven met geheimen. Vooral op het eiland Biak en in het gebied van de Dorébaai ontwikkelden zich speciale groepen van smeden die in bijzonder contact stonden met de bovennatuurlijke wereld. Een man die het smeden wil leren moest worden ingewijd. De opleiding bestaat uit het aanleren van technische vaardigheden en van bepaalde magische procedures en spreuken. De leerling mag zich gedurende een bepaalde periode niet wassen en moet zich onthouden van voedsel en sexuele gemeenschap. In het begin van de opleiding maakt de aspirant-smid eenvoudige voorwerpen zoals staafvormige puntenvoorwerpen vervaardigd van ijzer met weerhaken voor vissperen. Aan het eind van de opleiding maakt hij een kapmes als proeve van bekwaamheid. Pas als hij heeft deelgenomen aan een zogenaamde hongi-tocht, waarbij met de zojuist vervaardigde wapens koppen worden gesneld, wordt hij als volwaardig smid beschouwd. (zie koppensnellen bij Links)
De smeden in het noordwesten van Papua maken, meerpuntige vissperen, harpoenpunten, kapmessen, kleinere messen en armbanden. Zij gebruiken een stenen of soms een Europees ijzeren aambeeld, een hamer en een blaasbalg om het vuur aan te wakkeren.

4. Het gebruik van de blaasbalg
doorsnede blaasbalg De blaasbalg, vanaf 1850 aantoonbaar, maar vermoedelijk al eerder in gebruik, heeft in de loop van de tijd vrijwel geen aanpassing ondergaan. De blaasbalg bestaat uit twee grote bamboe kokers van gelijke lengte en doorsnede. De kokers worden in een verticale positie naast elkaar opgesteld. Aan de bovenkant zijn de kokers open en aan de onderkant zijn ze met een houten deksel afgesloten. In het onderste deel van dezuiger van  kippeveren kokers zit in de zijwand een klein rond gat voor het ontsnappen van de lucht. Het aanvoeren van de lucht geschiedt door middel van een pompstok, voor iedere koker één. Aan de onderkant van de pompstok is met touw van rotanvezel een houten kegel bevestigd. Om de bamboekoker zo luchtdicht mogelijk te maken zijn aan de buitenste rand van de kegel veren gehecht. De blaasbalg wordt bediend door de leerling van de smid. Gezeten op een schavot achter twee bamboekokers pompt hij afwisselend met zijn linker- en rechterhand de benodigde lucht uit.


5. Smeden Biak gaan op pad
invloed Tidore op ijzerbewerkingDe smeden van Biak ontwikkelen zich zelfs tot reizende smeden. Met hun prauwen zijn zij in staat een groot gebied te bestrijken. Een gebied dat zich in het westen tot aan de eilanden van de Timor Archipel uitstrekt, en in het oosten tot de grens met Papua New Guinea.
De smeden stonden in hoog aanzien vanwege hun macht over het ijzer, hun technische vaardigheid, hun geheime magische kennis, en hun bijzonder contact met de bovennatuurlijke wereld. In de mythen is de oorsprong van het ijzer wonderbaarlijk en heeft het vuur, met behulp waarvan ijzer gesmeed wordt, sacrale aspecten. Daarom wordt het ijzer als iets bovennatuurlijks beschouwd.


6. De betekenis van ijzer in de Papuacultuur
Smederij op Biak in 1903 De vervaardiging van ijzeren voorwerpen heeft niet alleen invloed op materiële aspecten van de cultuur maar ook op de sociale organisatie, godsdienst en de mythologie. Zo spelen ijzer en van ijzer gemaakte wapens een rol in de oorsprongsmythen waarin dood en oorlog belangrijke thema’s vormen. Tijdens ceremonies worden aan sommige personen bijvoorbeeld zwangere vrouwen taboes opgelegd met betrekking tot het gebruik van ijzer opgelegd. Kapmessen hebben een ceremoniële functie en vormen een onderdeel van de bruidsprijs. De oorsprong van het ijzer in de mythen wordt als iets wonderbaarlijks en bovennatuurlijks beschouwd. Het vuur dat nodig is om ijzer te smeden heeft sacrale aspecten. Dit blijkt onder andere uit het Biakse woord voor ijzer: ‘romawa forja’ = ‘kind van het vuur’. Smeden stonden in hoog aanzien gelet op hun macht over het ijzer, hun technische vaardigheid, hun geheime magische kennis en het bijzondere contact dat zij met de bovennatuurlijke wereld onderhouden.  

7. Links:
- Uitleg van Dirk Vlasblom over Cargo-cult in artikel 'Papua’s in de ban van geld en goed' 
- Artikel over ijzeren kapmes op museumkennis.nl
- Artikel over ijzeren speerpunt op museumkennis.nl
- Artikel over ijzeren speerpunt voor visspeer op museumkennis.nl
- Themapagina bij PACE over Koppensnellen aan de zuidkust
- Beschrijvingen van voorwerpen: zoek de voorwerpen in onze PACE collectie, bijvoorbeeld blaasbalg.


8. Bronnen:
- F.C. Kamma, en S. Kooijman, ‘Romawa Forja, Child of the Fire’: Iron working and the role of iron in West New Guinea (West Irian).
- E.J Brill, Mededelingen van het Rijksmuseum voor Volkenkunde 18. 1973, Leiden.
- Advies en commentaar: Frits Cowan, oud-conservator van het Tropeninstituut in Amsterdam.