Snijwerk in basreliëf. De koker is gemaakt van 1 segment van een bamboestengel waarvan men beide tussenschotten in stand gehouden heeft. Het ene tussenschot is gebruikt voor de bodem, het andere als top van de dop. De dop heeft een lengte van ongeveer 1/3 deel van de koker. Wat de motieven betreft kan men de koker in drie gedeelten versierd denken : de dop, de bovenste helft van de koker en de onderste helft. Deze drie delen zijn alle drie weer versierd met 3 verschillende motieven, die echter in verschillende volgorde zijn geplaatst, waardoor men de indruk krijgt dat ze alle drie verschillend zijn.

Deze voorsteven begint met een normaal stukje steven waarop aan de bovenzijde een liggende, ronde figuur is uitgesneden. Vanaf dit bewerkte stuk steven lopen twee verbindingsbalken in de vorm van een vis naar voren. Zij verbinden de steven met het hoofd, dat de eigenlijke versiering vormt. Het hoofd draagt een hoed in de vorm van een meeuw. De meeuw draagt een ster op zijn vleugels. Het houtsnijwerk is vervolgens met rode, witte en zwarte verfstof geverfd.

Blauwe kralen zitten in een stevige papieren zak met daarop gedrukte zwarte letters: Pakhuismeesteren Postbus 863-Rotterdam-C Haaks daarop in vier talen: Monster zonder waarde De geschreven tekst in rode inkt is: 1 KG. = 20. 700 krale