Nieuw-Guinea fascineert Belgische koning

Léopold de fotograafDe Belgische koning Léopold III is zijn hele leven gefascineerd geweest door het onderzoek naar de levende natuur. Hij wilde dat persoonlijk fotografisch vastleggen. Léopold reisde meer dan vijftig jaar over de wereld om zeldzame natuurhistorische voorwerpen te verzamelen en etnografische verslagen te maken. Vooral de flora en fauna van tropische regenwouden fascineerden de vorst. Léopold was gelukkig als hij zijn ervaringen kon delen met familie en vrienden, wetenschappers en ervaren reizigers. Als kroonprins bezocht hij Nieuw-Guinea, van december 1928 tot mei 1929. Na zijn koningschap wijdde Léopold III zich opnieuw aan wetenschappelijk werk en ontdekkingsreizen. In 1973 leidde hij een expeditie naar de Indonesische provincie in het westelijke deel van Nieuw-Guinea, die dan net de naam Irian Jaya heeft gekregen. Paul Simpelaere schreef over die tocht het boek Bij het volk van de Asmat. Na het overlijden van de koning in 1983, werd overeenkomstig de wil van de stichter, het voorzitterschap van het Léopold III Fonds voor natuuronderzoek en natuurbescherming toevertrouwd aan zijn dochter, prinses Esmeralda van België.

Inhoud:

kaart Asmat-gebied1. Met prinses Astrid naar Nederlands-Indië
2. Kroning tot Koning der Belgen
3. Koning leidt expeditie naar Nieuw-Guinea
4. Koning slaapt bij paters Camps en Dehing
5. Door prestige koning makkelijker toegang 
6. De dood heeft bijzondere betekenis
7. Koning woont adoptieceremonie bij
8. Asmat kent bijzonder houtsnijwerk
9. Expeditie multinationaal samengesteld
10. Links
11. Bronnen

1. Met prinses Astrid naar Nederlands-Indië

In 1928 leidde Leopold als kroonprins zijn eerste expeditie naar Nederlands-Indië. Samen met zijn vrouw -hij was toen twee jaar getrouwd met Léopold en Astrid (1926)de Zweedse prinses Astrid Sophie Louise Thyra- en de directeur van het Koninklijk Natuurhistorisch Museum, Victor Van Straelen, reisde hij een half jaar lang door het tropische regenwoud. De Belgische kroonprins bezocht een groot aantal eilanden van het huidige Indonesië. Naast Sumatra, Java, Bali, Lombok, Borneo, ging hij naar de noordkust van westelijk Nieuw-Guinea. Hij bezocht Misool, met het kleinere eiland Weeim in het noorden en de zuidkust met de Triton Baai. Daarna reisde hij naar de noordelijke regio's Sorong, Manokwari, het Arfak-gebergte met de Anggi-meren, en de eilanden Numfor en Yapen in de Geelvinkbaai. Tijdens de expeditie in de Vogelkop onderhield hij contacten met de daar levende Papua-stammen. Kroonprins Léopold nam veel foto's en verzamelde veel natuurhistorische artefacten, waaronder vlinders, die hij aan het Museum van Van Straelen (nu Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen) schonk. Belgische en buitenlandse experts bestudeerden de omvangrijke verzameling en wijdden er een speciale verhandelingenreeks aan: ‘Wetenschappelijke bevindingen van de reis naar Nederlands-Indië door de koninklijke hoogheden Prins en Prinses Léopold van België’. De reeks omvatte 57 afleveringen, gebundeld in zes rijkelijk geïllustreerde volumes, waarin 403 nieuwe diersoorten werden beschreven. In 1932 ondernam de Belgische kroonprins een vijf maanden durende reis door Zuidoost-Azië waarbij Siam, Vietnam, Cambodja, de Filippijnen en opnieuw Nederlands-Indië werd bezocht. Op zijn belangrijke wetenschappelijke verkenningstochten werd hij vergezeld door wetenschappers van het museum.

2. Kroning tot Koning der Belgen  

Prins Léopold Filips Karel Albert Meinrad Hubertus Maria Miguel, Hertog van Brabant, Prins van Saksen-Coburg-Gotha, Prins van België werd in 1934 gekroond tot Koning der Belgen als Léopold III. Op verongelukte auto, van waaruit Astid werd geparachuteerd 29 augustus 1935 sloeg het noodlot toe. De kersverse koning zat aan het stuur van z'n splinternieuwe Packard 120 Cabrio en raakte gewond toen zijn auto tegen een boom knalde in het Zwitserse Küssnacht. Koningin Astrid kwam bij het verkeersongeluk om het leven. De slechte relatie van Léopold met de Belgische regering leidde tot de zogeheten Koningskwestie en hij werd gedwongen tot troonsafstand. Léopold was in mei 1940 bij de inval van België door nazi-Duitsland het opperbevel blijven voeren over het Belgische leger en ondertekende zelf het document waarmee de Belgen zich overgaven. Het kwam tot een breuk met de regering omdat hij had geweigerd naar het buitenland te vluchten. Op 6 december 1941 trouwde de koning met de op dat ogenblik reeds van hem zwangere burgermeisje Lilian Baels. In de ogen van de meeste Belgen bezoedelde hij de erfenis van Astrid. In juni 1944 net voor het einde van de bezetting van België werd de koninklijke familie door de Duitsers afgevoerd naar Oostenrijk. In mei 1945 werd Leopold III bevrijd door de geallieerden en verhuisde hij naar Zwitserland. In België had de uit Londen teruggekeerde regering ondertussen de broer van Leopold, prins-regent Karel, aangesteld als tijdelijk staatshoofd. Uiteindelijk en na flink wat politieke druk besloot de naar België teruggekeerde Leopold III om troonsafstand te doen ten voordele van zijn oudste zoon prins Boudewijn. Op 11 Augustus 1950 legde Boudewijn de eed af en werd tot plaatsvervanger van zijn vader aangesteld. Léopold III overleed op 25 september 1983 in Sint-Lambrechts-Woluwe bij Brussel.

3. Koning leidt expeditie naar Nieuw-Guinea 

Na de oorlog maakte de teruggetreden Belgische koning Léopold III diverse reizen met de Oostenrijkse bergbeklimmer Heinrich Harrer. (In 1962-1963 ging Harrer, zonder de koning, naar Nieuw-Guinea Léopod loopt op brug in Baliemvallei waar hij als eerste de Carstensz Pyramid beklom, met zijn 4884 meter de hoogste berg van Oceanië.) In 1972 had de koning het Léopold III Fonds opgericht, een stimuleringsfonds voor natuuronderzoek en natuurbescherming. (Het fonds heeft inmiddels meer dan 150 veldexpedities medegefinancierd. Enkele daarvan zijn door Léopold III zelf geleid.) De eerste tocht die door het Fonds werd gefinancierd was in 1973 een expeditie naar Irian Jaya, het voormalige Nederlands Nieuw-Guinea. De deelnemers verdeelden zich afhankelijk van hun wetenschappelijke discipline in ploegen, die over zeer uiteenlopende delen van het land uitwaaierden. Léopold III begon de tocht met een bezoek aan Jayapura en het Sentanimeer. Hij stelde zich daar persoonlijk op de hoogte van het onderzoek van Belgische en Indonesische deskundigen naar de ontwikkeling van de visteelt in het meer en de verbetering van de voeding van de plaatselijke bevolking. Aan het eind van zijn tocht keerde Léopold III terug naar de Geelvinkbaai (Teluk Cendrawasih) waar Biak en verschillende kleine eilanden werden aangedaan. ‘Nieuw-Guinea was niet helemaal vreemd voor de koning die al in de jaren 1928 en 1929, indertijd als Hertog van Brabant, een deel van Vogelkop in het uiterste westen had bereisd,’ schrijft de coördinator van de tocht Paul Simpelaere in 1983. ‘Het doel van de expeditie was de bestudering van de volkeren en het milieu in deze zo uitzonderlijke streek van onze aardbol, die het verlengde vormt van het noordelijke deel van het Australische continent’, voegt Simpelaere toe.

4. Koning slaapt bij paters Camps en Dehing 

Na het bezoek aan het Sentanimeer reisde de koning door naar de Baliemvallei. Hij vloog vanuit Sentani met een Cessna van de missievliegdienst AMA naar Wamena. In de plaatsen Jiwika en Wamena werden contacten gelegd met in Dani bij zoutbronnen in Jiwikahet bijzonder de Dani uit de pas in 1938 ontdekte Baliemvallei, die op 1650 meter hoogte ligt. In Jiwika sliep de koning op 22 maart 1973 in het huis van de Nederlandse missionaris pater Jules A.E. Camps en in Wamena overnachtte de koning bij pater Dehing. In de jaren zeventig was het bergland van Irian Jaya het werkterrein van de Franciscaner pater Camps. Léopold III bezocht in het centrale deel van de Baliemvallei de zoutbronnen in Jiwika. Mannen met peniskoker en verentooi en vrouwen, gekleed in grasrokjes met brandhout op het hoofd, wezen hem de weg. Bij de zoutbron lieten Dani zien hoe het zout gewonnen wordt, waarbij gebruik werd gemaakt van de stam van een bananenboom. Wamena was lange tijd een kleine nederzetting van de Dani, wiens leefgebied zich rond de huidige stad bevindt (er wonen ongeveer 50.000 Dani in de vallei, veelal in ronde hutten met daken van stro). In 1956 werd er een Nederlandse bestuurspost gesticht op een stuk braakliggende grond. Twee jaar later volgde een Fraciscaanse missiepost.

5. Door prestige koning makkelijker toegang

Ook het Asmat-gebied aan de zuidkust was een reisdoel van de expeditie van 1973. Paul Simpeleare, die de koning vergezelde, rapporteerde dat het prestige van de koning de toegang tot de streek foto van de koning in Asmatzeer vergemakkelijkte. Simpelaere had al heel wat wereldreizen naar 'primitieve' volkeren ondernomen en verbleef ook talrijk keren bij Papua’s in Nieuw-Guinea. Hij kon nu zijn nieuwe observaties vergelijken met zijn vorige bezoeken aan de regio. 'De raadgevingen van de koning, met zijn schat aan ervaring omtrent dit soort expedities, en zijn voortdurende blijken van zorgzame interesse, hebben door hun fijngevoelige attentie deze reis voor mij verguld', meldt Simpelaere in zijn boek Bij het volk van de Asmat uit 1983. Hij vervolgt: 'Koning Leopold leidde zelf de expeditie, met de nauwlettende zorg, de kalme onverschrokkenheid en het overtuigende gezag die met elkaar zeer geschikt waren om naast vertrouwen een onontbeerlijke samenhorigheid tot stand te brengen.' De Asmat wonen in circa 19.000 vierkante kilometer aan de zuidwestelijke kust van het eiland, dat grenst aan de Arafura Zee. Hun woongebied is doorsneden door talloze kronkelende rivieren en riviertjes.

6. De dood heeft bijzondere betekenis 

Prauwen zijn voor de Asmat een onmisbaar vervoermiddel. Naast exemplaren voor visvangst en transport, kennen de Asmat ook ceremoniële prauwen. Opvallend aan de ceremoniële prauwen zijn de mooi uitgesneden koning kijkt naar een rituele dansvoorstevens die gemaakt zijn door specialisten. Daarin zijn menselijke figuren uitgesneden die de voorouders van de eigenaar van de prauw voorstellen. De in de voorstevens uitgesneden dieren, zoals de Papua jaarvogel of de bidsprinkhaan, zijn koppensnellersymbolen. ‘De Asmat waren tot in de vorige eeuw gevreesde koppensnellers en kannibalen’, schrijft Simpelaere. ‘Dat was niet omdat zij zo graag mensenvlees aten. Koppensnellen was een sacrale plicht, die het voortbestaan van de kosmos verzekerde. De dood heeft dus voor de Asmat een bijzondere betekenis. Zonder dood geen leven.’ Ook de greep van trommels (tifa’s) is vaak versierd met koppensnellersymbolen. Trommels worden gebruikt voor de begeleiding van rituele liederen, waarbij vaak aparte groepen van mannen en vrouwen een dans uitvoeren. ‘Het geluid van de trommen wordt met de stemmen van de voorouders geassocieerd.’

7. Koning woont adoptieceremonie bij 

De koning woonde bij dit bezoek aan de Asmat in het dorp Basim aan de Fajit-rivier een adoptieceremonie bij. Het doel daarvan is om nieuwe of betere betrekkingen te creëren met naburige dorpen. Men wendt zich tot dit middel wanneer er door een bestand ofkoning geeft hand aan Papua vredesluiting een eind is gekomen aan een stammenoorlog. Over het algemeen worden er alleen vrijgezellen geadopteerd. In het Asmat-gebied was pater Trenkenshuh de zeer gastvrije pastoor. In Agats logeerde de expeditie bij pater Greiwe. Pater Zegwaard had in 1953 de in 1938 opgerichte en tijdens WO II gesloten Nederlandse post in Agats hersteld. De post gold zowel als een regeringscentrum als een regionale basis voor de missionarissen in het gebied. ‘In Agats werd het gezelschap ontvangen door een menigte mannen, gewapend en overvloedig beschilderd en opgetooid zoals dat ter gelegenheid van stamfeesten traditie is,’ schrijft Simpelaere. In het jaar van het bezoek van Léopold III richtte bisschop Alphonse Sowada bij de missiepost in Agats het Asmat Museum op. In de jaren 1980 werd het tot een museum van nationale betekenis uitgebouwd.

8. Asmat kent bijzonder houtsnijwerk 

‘Het houtsnijwerk van de Asmat heeft te maken met de relatie tussen leven en dood’, vervolgt Simpelaere. ‘Ter herinnering aan dierbare overleden verwanten maken de mannen transporteren bisj-paal Asmat houten beelden die ze in en buiten het mannenhuis opstellen in het kader van het dodenritueel. De Asmat-beeldhouwer wordt wow ipitj (de man die hout bewerkt) genoemd. De Asmat vervaardigen hun sculpturen altijd uit één stuk hout, vandaar soms de merkwaardige opstelling van personages. Veel afbeeldingen zijn gesneden in de knie-ellebooghouding. Dat is de houding waarin geboren en begraven wordt. De schilden worden in het Asmat-gebied gesneden uit de plankwortels van de mangroveboom en hebben een reliëfversiering. In het algemeen hadden de motieven vroeger als doel de vijand schrik aan te jagen en hem ervan te overtuigen dat de drager van het schild over bovennatuurlijke kracht en steun van de voorouders beschikte. Van zijn kant voelde de drager zich door deze motieven gesterkt om dapper de strijd in te gaan.’

9. Expeditie multinationaal samengesteld 

De expeditie in 1973 naar Irian Jaya had door haar samenstelling een multinationaal karakter. De expeditieleden uit Indonesië, Frankrijk en België waren: botanicus M.A. Rifai, botanicus-bosbouwkundige S. Sosrodihardjo, insectenkundigen S. Adisumarto en Edy Soenario, preparateur M. Dulhaer, Rachmad Wahono, coördinator van het LIPI (Indonesisch instituut voor wetenschappelijk onderzoek), botanicus Jean Louis Raynal, oceanograaf André Capart, zoogdierkundige Xavier Misonne en viskundige J.P. Gosse. De expeditie kende een grote productiviteit van wetenschappelijke resultaten en de verzamelde objecten zijn toegevoegd aan museumcollecties in Jakarta, Parijs en Brussel.

10. Links:  

- Leopold III of the Belgians. 2009. Leopold III was King of the Belgians from 1934 to 1951. He served as a front-line soldier in World War I and came to the throne after the tragic death of his father in a rock climbing accident. Video of MadMonarchist, USA. - Asmat Art Museum, in Agats, West Papua. 2009. The most important collection of Asmat Art is exibited in a museum in the remote village Agats. Video of Brunvit, Canada.

zie ook:
- Koppensnellen aan de zuidkust
-
Ooggetuige van een koppensnelpartij
-
Cultuur Kamoro veert langzaam op
-
De verdwijning van Michael Rockefeller

11. Bronnen:

- --, 2004. Leopold III. Carnets de voyage 1919-1983. Editions Racine, Brussel.
- Straelen , V. van, 1933.
Resultats du Voyage Scientifiques aux Indes Orientales Neerlandaise de le Prince et la Princesse Leopold de Belgique , Vol. 1. ‘Memoires du Musee Royal d' Histoire Naturelle de Belgique’
– Capart,A., Misonne, X., 1974. Première expédition scientifique de Fonds Léopold. Irian-Jatya 1973., Hayez, Bruxelles.

- Corbey, Raymond, Snellen om namen: De Marind Anim van Nieuw-Guinea door de ogen van de missionarissen van het Heilige Hart 1905-1925, 2007. Leiden, KITLV.
– Heider, Karl G., 1970.
The Dugum Dani: a Papuan culture in the highlands of West New Guinea. Chicago, Aldine.
– Jaumotte, A.L., Van Goethem, J. & Verwilghen, M., 1993. Un hommage au roi Léopold III, La Revue Générale.
– Misonne, X., Gosse J.P., 1975. Troisième expédition scientifique du Fonds Leopold III pour l'exploration et la conservation de la nature. Hayez, Bruxelles.
– Quintart, A., 1990. L'Institut royal des Sciences naturelles de Belgique, in ‘La dynastie et la culture en Belgique’ sous la direction de H. Balthazar et J. Stengers, Fonds Mercator.
– Verwilghen, M., 1994, Le roi Léopold III en voyage. La Revue Générale.
- Newton, D., 1961. Art styles of the Papuan Gulf. New York.
- Konrad, Gunter; Konrad, Ursula; Schneebaum, Tobias. 1981. Asmat: Life with the Ancestors. Glashutten, Freidhelm Bruckner Publishers.
- Renselaar, H.C. van, 1961. Asmat, Art from Southwest New Guinea. Royal Tropical Institute No. 121, Department of Cultural and Physical Anthropology, No.55, Amsterdam, KIT.
- Rockefeller M.C., 1967. The Asmat of New Guinea: The Journal of Michael Clark Rockefeller. A.A. Gerbrands ed. New York, Museum of Primitive Art.
- Saulnier, Tony, 1963. Headhunters of Papua. New York, Crown Publishers.
- Walker, M.T., The future of the Asmat. 1973. in: Irian – Bulletin of West Irian Development, Vol. II no 1.
– Simpelaere, Paul; Léopold III (Roi de Belgique); Gerbrands, Adrianus Alexander, 1983. Chez Les Asmat, Papous de nouvelle-Guinée Occidentale Irian Jaya, photographs by Roi Léopold III de Belgique, 1973. Fonds Léopold III pour l'Exploration et la conservation de la Nature, Tielt, Lannoo.
- Verschuere, Jan, ‘Description of Yéi-nan Culture’ (Extracted from the Posthumous Papers).
1982. in: Verhandelingen van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land en Volkenkunde 99, J. van Baal, The Hague: Martinus Nijhoff.
- Zegwaard G.A., 1959. ‘Headhunting Practices of the Asmat of Netherlands New Guinea’. In: American Antropologist Vol 61.
– Camps, J. A. E. (maker/regisseur), 1973. Koning Leopold III in Jiwika [ Camps 13 ].
Film Duur: 12 minuten. [amateur film; kleur; FI / 40 / 29] In bezit van PACE.

Commentaar en Advies: Sjoerd Jaarsma, directeur PACE.